We keken naar enkele situaties. Wat staat er op de afbeeldingen?
Hoe komt dat? Hoe zouden we dat kunnen oplossen?
Een hond mag niet loslopen in het bos.
Oplossing: de hond aan de leiband
Als we op stap gaan, zorgen we ervoor dat iedereen bij de juf blijft.
Oplossing: hand geven in een rij of iedereen neemt een touw vast
De baby is zijn fopspeen kwijt
Oplossing: een touw aan de fopspeen
We stapten met de hele klas aan een touw, zo was iedereen verbonden met elkaar. We praatten over mensen die verbonden zijn met elkaar, maar ook over spullen die ons verbinden.
Iedereen bracht iets mee die ze niet kunnen missen, iets waar ze veel belang aan hechten.
Aan de knutseltafel mochten de kleuters experimenteren met touwen
Tijdens vrij spel mochten de kleuters met allerlei touwen spelen
Weven
Rijgen
Touw van het ene nageltje naar het andere brengen
Er werden ook touwen van thuis meegebracht